Een circulaire blik op veiligheid in de Afvalbranche

11/12/2017

Circulariteit in de afvalketen is geen verre droom. De overgrote deel van ons afval levert grondstof of energie voor een duurzame economie. Circulariteit betekent ook dat ketensamenwerking op rolletjes moet lopen. “De volgende logische stap is samenwerken met ketenpartners op het vlak van veiligheid”, zegt Dick Hoogendoorn (directeur Vereniging Afvalbedrijven).

Een van de voorbeelden van intensieve samenwerking tussen chemie- en afvalbranche is het zogenaamde ‘Waste2Aromatics-project’. Uit afval als gft, luiers, zeefgoed en mest worden waardevolle grondstoffen voor de chemische industrie gemaakt: furanen, die intermediair zijn voor de uiteindelijke productie van biobased aromaten. Het project Waste2Aromatics wordt gecoördineerd door TNO. De Vereniging Afvalbedrijven en haar leden AEB, Orgaworld en Twence zijn partijen in het project.

Omdat commercieel steeds meer wordt samengewerkt, is het ook van belang elkaar op het gebied van veiligheid te vinden. Vandaar dat de Vereniging Afvalbedrijven in 2015 is aangesloten bij Veiligheid Voorop, het samenwerkingsverband van bedrijven in de chemieketen op veiligheidsgebied. “Ketenveiligheid is een belangrijk thema van Veiligheid Voorop. Over en weer van elkaar leren, dát is waarom onze vereniging bij Veiligheid Voorop is aangesloten”, zegt Michaël van Hulst (Region Director bij Renewi, bestuurslid Vereniging Afvalbedrijven en tevens voorzitter van de Stichting Arbocatalogus Afvalbranche). Vooral op het punt van veiligheidscultuur denkt Van Hulst dat de afvalbranche nog stappen kan zetten.

Circulair betekent ketens sluiten en gebruik maken van elkaars expertise
Ons afval wordt tegenwoordig grotendeels gerecycled of via verbranding in energie omgezet. Circulariteit is volgens Dick Hoogendoorn, directeur van de Vereniging Afvalbedrijven, geen doel op zich, maar een middel naar een duurzamere samenleving. “Om tot een circulaire economie, en zo tot een duurzame samenleving te komen, is het nodig om samen te werken in de keten. Circulair betekent ketens sluiten en om innovaties mogelijk te maken moet je in de keten gebruik maken van elkaars expertise en duidelijk hebben wat je van elkaar nodig hebt. Dat is dus ook nodig tussen afval- en chemiesector.”

Ook binnen de afvalbranche zélf is er sprake van ketensamenwerking. De bedrijven die materialen ophalen zijn lang niet altijd dezelfde als de bedrijven die het bewerken, sorteren of verwerken. “Je kunt wel zeggen dat we een keten in het klein zijn. Het is goed dat die verschillende partijen bij ons samen aan tafel zitten”, stelt Hoogendoorn. Als verwerker van ziekenhuisafval heeft Hoogendoorns bedrijf ZAVIN (een andere functie) te maken met een professionele keten waarbij de partij die zich van het afval ontdoet zich bewust is van de mogelijke gevaarzetting. Dat mag ook wel, want ZAVIN verwerkte bijvoorbeeld het ziekenhuisafval van de Ebola-patiënt die enige jaren terug in het UMC werd behandeld. Hoogendoorn: “Daarvoor hebben we uitgebreide protocollen die we van tevoren met de medewerkers van A tot Z doorlopen. Bij Ebola gaat het zelfs zover dat de kleding van de betrokken medewerker verbrand wordt als de bewerking klaar is.”

Actieve partner van Veiligheid Voorop
Michaël van Hulst heeft hij in zijn lange carrière bij Renewi, en al zijn rechtsvoorgangers, meerdere dodelijke bedrijfsongevallen meegemaakt, waarvan de laatste minder dan tien jaar geleden. “Het is even geleden, maar ik ben het nooit meer kwijt geraakt. Het is heel zwaar om naar een gezin te moeten gaan om te vertellen wat er gebeurd is.” Niet voor niets is veiligheid sindsdien altijd een topprioriteit gebleven. Van Hulst: “Als bedrijf zijn we heel actief op dat gebied. Zo maken we voorlichtingsfilms over veiligheid en, van recenter datum, is een scholenprogramma waarbij we kinderen laten ervaren hoe groot de dode hoek van een vuilniswagen is. Het zijn kleine initiatieven, maar samen opgeteld helpen al die kleine dingen om het bewustzijn bij mensen te vergroten.”

Michaël van Hulst vindt ook dat je binnen de branche en binnen de keten veiligheidsinitiatieven moet ontplooien. De verschillende publicaties en tools van Veiligheid Voorop bieden goede aanknopingspunten. Van Hulst: “Je moet geen enkele samenwerking op het gebied van veiligheid uit de weg gaan. We kijken als bedrijven nu veel meer bij elkaar in de keuken dan vroeger. Laatst was er bij een concurrent een grote brand en werd ik door hun gebeld met informatie daarover, zodat ik er óók van kon leren. Als ik naar de chemie kijk, zie ik dat het veiligheidsbewustzijn daar veel hoger ligt dan bij ons. Daar zie ik beter samenspel tussen managementsystemen en leiderschap. Daar kunnen we echt nog wel een en ander van leren.”

Alert op brandveiligheid
Dick Hoogendoorn: “We worden helaas nog regelmatig opgeschrikt door ongevallen, zowel op de werkplek als daarbuiten. Onze voertuigen rijden door de wijk om afval op te halen en helaas gebeuren er dan ook wel eens verkeersongevallen waarbij derden betrokken zijn. Dat zijn echt hele nare wake-up-calls.” Om een vinger aan de pols te houden, monitort de Vereniging Afvalbedrijven met een veiligheidsenquête onder alle leden al jaren het aantal (verzuim)ongevallen. “Zo houden we elkaar een spiegel voor en komen we onderwerpen op het spoor die bij alle leden spelen”, aldus Hoogendoorn. “Branden zijn hier ook een voorbeeld van. Onlangs hebben we over dat onderwerp een speciale factsheet met tips gepubliceerd. Ook hebben we een intern auditprogramma opgestart waarbij leden elkaar de maat nemen als het gaat om brandveiligheid. Op die manier proberen we als afvalbedrijven van elkaar te leren en onze veiligheid structureel te verbeteren.”

In de factsheet worden maatregelen opgesomd, zoals goed voorraadbeheer en slimme branddetectie. De factsheet liep in juni 2017 vooruit op de opmerkingen die toenmalig staatssecretaris Sharon Dijksma van Infrastructuur en Milieu een maand later zou maken in haar brief over de Staat van de Veiligheid. Daarin werd het relatief grote aantal branden bij afvalbedrijven een ‘ongewenste situatie’ genoemd.

Veiligheid kun je niet googelen
Bij afvalverwerkingsbedrijf REMONDIS Argentia weten ze maar al te goed dat veiligheid een keten-aangelegenheid is. Remondis verwerkt afvalstoffen die edelmetalen als goud, platina en zilver bevatten. In 2015 ging een fabriek van Remondis in vlammen op. Hoogstwaarschijnlijk werd dit veroorzaakt door een afwijkende lading afval die door een klant werd aangeboden en in een shredder brand veroorzaakte. Daarbij liep een werknemer die de shredder bediende brandwonden op aan onder meer het hoofd.

Sinds REMONDIS als BRZO-bedrijf gekwalificeerd is, weet KAMV-manager Daniëlle Sijtsma veel beter waar zich de grootste risico’s bevinden. “Toen we BRZO-bedrijf werden, moesten we een veiligheidsbeheerssysteem opzetten. Dat was een moeilijk proces, je kunt het echt niet even googelen hoe dat moet. Maar de hele exercitie heeft mij wel meer inzicht gegeven in de risico’s.” Die risico’s hebben ook met de klanten te maken, meent Sijtsma. “Soms wordt gevaarlijk afval op een verkeerde manier verpakt of onjuist geëtiketteerd zodat wij niet goed weten op welke manier het verwerkt moet worden.” Tevens kan dit veiligheidsrisico’s opleveren, zoals lekkende verpakkingen met gevaarlijke stoffen.

Vraag de klant het hemd van het lijf
Hoe het beter zou kunnen, daar heeft Daniëlle Sijtsma wel ideeën over. “Als afvalbranche zou je klanten nóg beter kunnen informeren hoe het afval moet worden aangeboden. Als een klant afval bij ons aanbiedt, vragen we hem al het hemd van het lijf om in te kunnen schatten of wij het materiaal verantwoord en veilig kunnen verwerken. Klanten moeten in hun organisatie óók mensen hebben met kennis van het materiaal en hoe het verpakt moet worden. Het komt helaas nog vaak genoeg voor dat de etikettering bijvoorbeeld niet klopt, of dat een klant onvoldoende informatie over het afval heeft verstrekt. Dat betekent dat wij met onbekende risico’s te maken hebben.” In de schakel die klanten met afvalverwerker verbindt, valt kortom nog flinke veiligheidswinst te boeken.

“Ongevallen in de afvalbranche, dat is natuurlijk onacceptabel”, vindt ook Michaël van Hulst. “Het gaat vaak om de menselijke factor en heeft daarom ook alles met leiderschap te maken. Om ongevallen in bedrijven te voorkomen hebben we als branche het initiatief genomen en de Stichting Arbocatalogus Afvalbranche opgericht.” Een Arbocatalogus geldt als een hulpmiddel om de doelvoorschriften uit de Arbowetgeving toegankelijker te maken voor de mensen die ermee moeten werken.

Werkgevers, werknemers en brancheorganisaties werken in de stichting samen om in hun specifieke branche tot veiligheidsafspraken te komen. De Arbocatalogus Afvalbranche biedt maatregelen voor vele mogelijke risico’s in de afvalsector. In de Arbocatalogus gaat het ook om veilige ketensamenwerking, bijvoorbeeld over het verpakken van afval. Regelmatig komen er bij afvalverwerkers ‘prik-incidenten’ voor. Medewerkers komen in aanraking met naalden omdat er tussen batterijen, medicijnen en overige afvalstoffen naalden worden aangeboden door de ‘ontdoener’. Slordigheid aan de kant van de klant, kan verwondingen bij medewerkers van afvalbedrijven veroorzaken. Van Hulst: “Daarom suggereren we in de Arbocatalogus ook dat er door onze bedrijven goede afspraken worden gemaakt met de aanbieders, bijvoorbeeld door inzamelcontracten af te sluiten of acceptatiereglementen op te stellen.”